Durf LOB op de kaart te zetten

Hoe VSV-partner in Zuid-Limburg het voortijdig schoolverlaten terugdringt met LOB aanpak.

We weten dat de Rijksoverheid, scholen en gemeenten proberen te voorkomen dat leerlingen voortijdig de school verlaten (VSV). Maar een school kan ook heel eenvoudig dit percentage zelf terugdringen. Hoe? Volgens Wim Horsch – strategisch adviseur van SVOPL en programmamanager VSV – en Twan Wijnants – programmalijnleider VSV een uitgesproken zaak; “Durf LOB op de kaart te zetten!” 

Wat zich namelijk in het zuiden van het land afspeelt, is een schoolvoorbeeld voor alle onderwijsinstellingen in Nederland.

Gebrek aan intrinsieke motivatie
Uit studies vanuit met name de Onderwijsraad blijkt dat twee zaken heel belangrijk zijn om goed onderwijs te kunnen genieten. Eén is ‘relatie’ en twee is ‘zingeving’. “Vooral die zingeving is voor kinderen heel erg belangrijk, want zo ontstaat er intrinsieke motivatie waardoor je bereid bent om dingen te doen”, aldus Wim. Daar komt bij dat vanuit VSV allereerst een data-analyse op uitval is gedaan om het profiel van de betreffende leerling inzichtelijk te krijgen. “Het bleek in ons geval te gaan om – binnen de 100% uitval – 83% uitval in het MBO en daarvan zat 54% in het 2e en 3e leerjaar van het MBO”. Uit analyse bleek niet alleen dat het vervallen van de leerplicht een rol speelde, maar juist ook het ontbreken van een reëel opleidings-perspectief. Daarmee was een voedingsbodem voor goed Loopbaan Oriëntatie en Begeleidings-beleid, kortweg LOB, gelegd.

“Het bleek scholen veelal te ontbreken aan visievorming, waardoor moeilijk met elkaar vanuit de inhoud gesproken kón worden.”

Van onderzoek naar actie
“Vanuit dit gegeven hebben we Marinka Kuijpers, directeur van de Loopbaangroep en professor doctor Loopbaanleren, aangesloten. Zij heeft onderzoek in het VO en MBO verricht en staat binnen onze regio bekend als een vooraanstaand expert op het gebied van LOB.”, legt Wim uit. “Uit haar onderzoek bleek plat gezegd dat het gemiddelde gesprek op een school in de regio tussen een decaan en een directeur niet over inhoud ging, maar over het aantal uurtjes. Tevens bleek het scholen veelal ook te ontbreken aan visievorming, waardoor ook moeilijk met elkaar vanuit de inhoud gesproken kón worden.” Het vervolgens inzetten van uitgebreide sessies, met de regionale directeuren en bestuurders van de betreffende scholen, hebben gezorgd voor het bewust maken van een hiaat en het ontstaan aan de behoefte tot ontwikkeling.

Met deze troeven in handen is de Twan Wijnants, samen met Nard Kronenberg, expert bij Loopbaangroep, begonnen aan ‘een rondje langs de velden’, zoals ze dat zelf noemen. “We zijn bij de directies van 30 scholen langs geweest in de regio Sittard, Maastricht en Heerlen. We hebben hen kortweg twee dingen gevraagd, namelijk; ‘Wat is de stand van zaken met betrekking tot LOB?’ en ‘Waar hebben jullie behoefte aan?’”, ligt Twan toe. Dat rondje langs de velden heeft geresulteerd in een concreet 6 stappen plan van aanpak in. De scholen zijn allereerst aan het werk gezet met het ontwikkelen van een duidelijke visie op het gebied van LOB en vervolgens met het implementeren van de aanpak binnen de scholen. Waarom? “Het is belangrijk dat je als school allereerst weet wat je visie is voordat je in de middelen duikt, zoals training en coaching.”, aldus Twan. Maar er is ook wezenlijk geïnvesteerd in het trainen in de basis van alle LOB-begeleiders. “De kwaliteit van het onderwijs werd op deze manier ook gelijk verbeterd en daar gaat het om.”

Hoe zijn scholen individueel wakker geschud?
Allereerst door tijd en aandacht! “Vanuit VSV hebben we er samen met de Loopbaangroep tijd in gestopt om persoonlijk langs te gaan bij de betreffende VO-scholen. Vooral het stellen van kritische vragen heeft gesloten ogen doen openen”, aldus Twan. Na de persoonlijke gesprekken hebben de scholen een terugkoppeling ontvangen. Niet alleen op de gestelde vragen, maar juist op de impliciet niet gestelde vragen, die wel tussen de regels waren af te lezen. Dat bleek een verdubbeling te zijn van het aantal vragen dat de school in eerste instantie zelf dacht te hebben. Er was dus veel meer aan de hand dan dat de scholen allereerst zelf dachten. “Wat ons ontzettend heeft geholpen is de kritische noot van expert Nard Kronenberg. Nard wist vanuit expertise tot de (pijnlijke) kern te komen van waaruit opgebouwd en gewerkt moest worden. Natuurlijk vraagt dat om investering, maar ten opzichte van wat het ons heeft opgeleverd was dat dus werkelijk goud waard!”, aldus Twan. “Ja, daar sluit ik mij bij aan. Op een heel vriendelijke manier krijgt Nard precies gedaan wat nodig is. Zijn enthousiasme en professionaliteit zijn medebepalend geweest voor het succes wat we nu hebben”, aldus Wim Horsch.

 

Leer en groeicurve ook binnen SVOPL van toepassing
Schoolcoaches gingen aan de slag, een loopbaangerichte aanpak werd verweven met het curriculum, veel docenten deden een basistraining en toen kwam er toch een ‘dip’. Het enthousiasme waarmee werd begonnen was aan het afzwakken. Daarom werd het tijd voor een 2e zet: de LOB-coördinatoren in de school ondersteunen met iemand van binnen de school die de kar hielp te trekken. Dat mocht geen decaan zijn, ook zeker niet de LOB-coördinator en al helemaal niet iemand van binnen de directie. Veelal zijn aangewezen docenten binnen de onderwijsinstellingen dus aan de slag gegaan en hebben deze ‘luis in de pels-jas’ aangetrokken. Zo werd het draagvlak voor LOB ook gelijk een stuk groter en werden twee vliegen in één klap geslagen.

“Het is belangrijk dat je als school allereerst weet wat je visie is voordat je in de middelen duikt, zoals training en coaching.”

“Vooral het stellen van kritische vragen heeft gesloten ogen doen openen.”

Co-financiering om LOB-beleid van de grond te trekken
Met de betreffende scholen in Zuid Limburg is een co-financiering afgesproken voor een jaar om deze docenten, en het aantal benodigde uren, mogelijk te maken. Wel met die kanttekening dat deze persoon uiteindelijk vanuit eigen portefeuille wordt betaald. De evaluatie staat nu gepland voor eind januari 2021. Met name in de regio Maastricht wordt nu een heel gerichte en omvangrijke inhaalslag gemaakt. “Dat is iets waar we zeker trots op zijn!”, aldus Wim.

Geen budget? Geen excuus!
Twan vertelt: “Als je vanuit LOB kunt beargumenteren waarom je geld nodig hebt, bijvoorbeeld voor het trainen van een goed LOB-team, of om te oriënteren op het werkveld, dan stellen we dat vanuit VSV beschikbaar! Dat heeft in ons geval geleid tot een totaal aanvraag van € 20.000, – van scholen die naar bedrijven wilden met leerlingen. Daar hebben we een kwart van weten te realiseren in samenwerking met JINC. Toen kwam het coronavirus om de hoek. Daarnaast hebben we tweemaal een rondje langs bedrijven georganiseerd in vier verschillende sectoren. Daar konden docenten op intekenen ter oriëntatie. Maar ook de 2e ronde heeft nog geen plaats kunnen vinden i.v.m. de strenge maatregelen rondom corona. Evengoed is de school toch in de gelegenheid gesteld om zelf te ervaren wat het effect van de inzet is en kunnen ze voor aankomende jaren hiervoor zelf budget vrijmaken. Op deze manier werd ook dit onderdeel van LOB niet door financiën geremd en dat was precies de bedoeling.”

“Binnen RMC39 is 70%-80% van de vmbo-scholen nu actief aan de slag met LOB.”

Resultaat dat telt
Binnen het gebied RMC39, de betreffende VSV regio, is nu te zien dat zo’n 70%-80% van de vmbo-scholen actief aan de slag is met LOB. Dat is fantastisch te noemen. Het rondje langs de velden en telkens ‘de thermometer erin’ zijn hierbij van uiterst belang gebleken, samen met het mede-investeren in het werkbaar maken van het LOB-project op school.

“We hebben het nog niet afgerond en het zal ook niet afgerond raken, maar we hebben wel de goede dynamiek gebracht. De goede vragen zijn gesteld en de juiste gesprekken zijn gevoerd. Men is in beweging en de bedoeling is dat deze beweging blijft. Dit is niet incidenteel. Scholen willen hier iets mee en zien de meerwaarde. Ga je dweilen met de kraan open, of ga je de kraan repareren? De goede dingen goed doen, zo eenvoudig is het!”, geeft Wim aan.

Toekomstperspectief
“We zitten in een krimpende markt. Over 15 jaar gaan we hier 45% minder mbo-leerlingen hebben. Een van de eerste opleidingen die gaan sneuvelen zijn techniek opleidingen. We kijken er dus naar om meer specialisatie aanbrengen, zodat de kinderen in de regio blijven en opleidingen behouden blijven.”, aldus Wim.  Het bedrijfsleven in Limburg geeft aan heel erg geïnteresseerd te zijn in samen opleidingen. We willen vanuit SVOPL graag toe naar duaal opleiden met bedrijven met een gedeelde verantwoordelijkheid hierin voor leerlingen. “In Duitsland hebben ze dat al. Pre-corona ging het zo goed dat ze bijna geen vakmensen konden krijgen. Steeds meer bedrijven willen gaan investeren in deze leerlingen van de toekomst!” Wim onderstreept: “Het besef én de bereidwilligheid bij bedrijven vind ik daarom heel belangrijk!”

“Meerwaarde van het loopbaanleren is zichtbaar binnen de regio.”

SVOPL heeft een beweging ingezet waardoor scholen meer in contact komen met bedrijven en ze dus meerwaarde zien van het loopbaanleren. Meerwaarde binnen het profiel, maar ook in gemotiveerde leerlingen. “Als er perspectief komt, wordt de leerling gemotiveerd. Daarin moeten we met elkaar investeren!”, geeft Wim aan.

Hoewel SVOPL het LOB traject nu weer op de rit heeft, blijft het uitkijken dat de klad er niet weer in komt. “Toen we startten was het een ‘ding’ van VSV en nu is het een ‘ding’ van de scholen geworden. De volgende stap is dat het geen ‘ding’ van de scholen is, maar van het onderlinge samenwerkingsverband.”, geeft Wim aan. Hoe dan ook, de eerste resultaten zijn veel belovend voor de toekomst! De scholen zijn in beweging, docenten gemotiveerd lerende en het belangrijkste: de leerlingen worden versterkt! Niet alleen in hun loopbaankeuzes, maar vooral in hun loopbaanontwikkeling. De inzet en ontwikkeling in deze regio is daarmee een schoolvoorbeeld voor alle onderwijsinstellingen in Nederland.

Tot slot

Hoeveel voortijdig schoolverlaters er zijn verschilt per regio, gemeente en onderwijsinstelling. Feit is wel dat in 2016-2017 voor het eerst weer een lichte stijging te zien is die zich heeft doorgezet in 2017-2018 en 2018-2019. Het Ministerie van OCW heeft een landelijk doelstelling van jaarlijks maximaal 20.000 vsv’ers tot 2024.

Benieuwd naar mogelijkheden om LOB in te zetten als middel tegen het voortijdig verlaten van school? Neem contact op met de Loopbaangroep. Benieuwd naar financiële mogelijkheden? Ook daar weet de Loopbaangroep alles van, maar kijk voor meer informatie ook eens op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/vsv/minder-voortijdig-schoolverlaters

Deel deze training: